Minister van Werk en Beroepsopleiding
De competentiebalans
De ordonnantie van de minister van Werk tot invoering van de taalkundige, digitale en professionele competentiebalans voor de werkzoekenden is sinds 1 september 2023 van toepassing. Er werd voorrang gegeven aan de jongeren, en binnenkort zullen de langdurig werkzoekenden er eveneens gebruik van kunnen maken. De bedoeling is dat Actiris op termijn deze competentiebalans aan alle werkzoekenden aanbiedt.
Deze competentiebalans bestaat uit 3 pijlers: de professionele of beroepsvaardigheden, het niveau van de taalkennis en de digitale vaardigheden. De doelstelling: samen met de werkzoekende een inschakelingstraject bepalen dat samenhangt met een opleidingsprogramma.
De systematische competentiebalans geeft een werkkader aan Actiris voor de begeleiding van de werkzoekenden. Voor hen is het een bijkomende waarborg op een aangepaste begeleiding en een waardevolle tool voor oriëntering, die gebaseerd is op geobjectiveerde gegevens.
Versterking van de beroepsopleiding, hefboom van een efficiënt tewerkstellingsbeleid
Dit zijn enkele voorbeelden van acties om de capaciteiten op het vlak van onthaal en efficiëntie van de opleidingsprogramma’s te verbeteren:
- Bruxelles Formation stelt 500 bijkomende plaatsen open in de sectoren van de gezondheid, de technologische industrie, de digitale sector, de digitale marketing, het beheer en het management, etc.
- Om tegemoet te komen aan de oproep van de sectoren die op zoek zijn naar talent, worden 20 klassen voor alternerend onderwijs gecreëerd binnen het EFP, het centrum voor alternerend onderwijs van het Brussels Gewest.
- De opleidingen online worden verbeterd voor de werkzoekenden. Er werden 1.000 extra plaatsen geopend. Na de opleiding kan iedereen coaching genieten.
- De efficiëntie van de beroepsopleiding hangt ook af van de expertise van de opleiders. Om die reden heeft Bernard Clerfayt FORMAFORM opgericht, in partnerschap met het Waalse Gewest. Het is een centrum gewijd aan de optimalisering van de expertise van de professionals op het gebied van oriëntering, opleiding, socioprofessionele inschakeling en erkenning van competenties.
- Het betaald educatief verlof werd deze legislatuur hervormd: de toelatingsvoorwaarden werden uitgebreid en het aantal uren werd opgetrokken. Werknemers moeten de kans krijgen een opleiding te volgen. Het educatief verlof zal eveneens toegankelijk zijn voor mensen die deeltijds werken, en dus voor meer vrouwen.
- Het opleidingsinkomen werd verdubbeld en is gestegen van 1 euro/uur naar 2 euro/uur in het kader van de eisen van de fiscale wetgeving en met het oog op het aanbieden van een daadwerkelijk voordeel aan de werkzoekenden.
De Polen Opleiding-Werk (POW), zo dicht mogelijk bij de noden van de sectoren
De POW, een publiek-private samenwerking, omvat in één structuur de initiatieven inzake tewerkstelling, beroepsopleiding en sectorale monitoring. De POW komt tegemoet aan de huidige en toekomstige noden op het vlak van tewerkstelling en/of bijscholing van de ondernemingen van de sector, en aan de verlangens van de doelgroepen.
Elke POW biedt diensten aan, zoals de bepaling en de erkenning van competenties, de sensibilisering voor de beroepen uit de sector (het uithangbord van de beroepen), de opleiding tot deze beroepen, de sectorale monitoring alsook de matching tewerkstelling van opgeleide stagiairs.
Er zijn vier Polen Opleiding-Werk operationeel: Digitalcity voor de promotie, opleiding en tewerkstelling van werkzoekenden en werknemers in de sector van de digitale technologie; Logisticity voor de sector van de logistiek en het transport; Technicity voor het behoud en de verwerving van competenties in de sector van de technologische industrieën en Construcity, de Pool Opleiding-Werk voor de bouw.
De POW’s hebben uiteraard dienstgedaan als hefbomen om oplossingen te vinden voor het tekort aan talenten. Dankzij de rondetafelconferenties georganiseerd door de minister hebben de actoren van tewerkstelling en beroepsopleiding en de sectororganisaties gerichte actieplannen uitgewerkt voor de sectoren die moeilijk arbeidskrachten kunnen aanwerven. Er werd een budget van 3 miljoen euro vrijgemaakt; dat maakt het mogelijk om 2.000 werkzoekenden te selecteren met het oog op opleiding of tewerkstelling.
Een beleid van inclusieve tewerkstelling
Op voordracht van Bernard Clerfayt is de nieuwe ordonnantie ter versterking van de strijd tegen discriminatie bij aanwerving intussen van toepassing. De voorwaarden om de testen te gebruiken, werden vereenvoudigd. Ze zijn proactiever; er is geen individuele klacht nodig en ze worden uitgevoerd op basis van objectieve gegevens, eventueel ter plaatse, met de toestemming van het arbeidsauditoraat. De testen kunnen worden uitgevoerd in tal van sectoren die verband houden met de bevoegdheden van het Brussels Gewest.
De ondernemingen actief binnen de sociale economie en de activiteitencoöperaties nemen een volwaardige plaats in de Brusselse economie in en zijn waardevolle operatoren voor de inschakeling van de doelgroepen die veraf van de arbeidsmarkt staan. Lokale productie, snackbars, recycling, herstelling, logistiek en diensten: dit zijn allemaal sectoren die broodnodig zijn voor de welvaart van het Gewest.
Dienstencheques: de jobs beschermen en de arbeidsomstandigheden verbeteren
De dienstencheques vormen de grootste begrotingspost van het gewestelijke tewerkstellingsbeleid. En er zijn 27.000 werkneemsters die essentiële diensten leveren aan de Brusselse huishoudens.
Gezien het belang van de sector en de noodzaak om de druk op de openbare financiën ervan te controleren, moest de maatregel dringend hervormd worden. Naast de aanpassing van de prijs die betaald wordt door de gebruiker, verbetert de hervorming die de minister van Werk samen met de sociale partners heeft uitgevoerd, de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de huishoudhulpen. Verplichte opleiding, een voorafgaandelijk bezoek om het aantal arbeidsuren te bepalen, een aanpassing van de eindeloopbaan dankzij het mentorschap, een vermindering van de gezondheidsrisico’s, een controle van de werklast en van de arbeidsomstandigheden, alsook de strijd tegen ongewenst gedrag, zijn de verwachte effecten van de nieuwe maatregelen.
Hervorming van de tewerkstellingssteun
De bedoeling van de Brusselse minister van Werk is de tewerkstellingssteun hervormen om laaggeschoolde jongeren, oudere werknemers en personen met een handicap beter te bereiken, en dat door de maatregelen die het best werken, te versterken.
Wat de Premie Activa betreft, zullen werkgevers die laaggeschoolde werkzoekenden jonger dan 30 jaar en oudere werkzoekenden vanaf 57 jaar aanwerven, meer steun kunnen krijgen, namelijk 23.400 euro over een periode van 36 maanden.
Om de aantrekkelijkheid van de First Stage voor de jongeren te vergroten, zal de premie gestort door de werkgever aan de jonge stagiairs verhoogd worden van 200 euro per maand naar 500 euro per maand.
Om de tewerkstelling van personen met een handicap te ondersteunen, zal een premie van 5.000 euro worden toegekend aan de werkgever voor een arbeidsovereenkomst die minstens halftijds is, voor een periode van meer dan zes maanden. De premie zal moeten worden gebruikt voor uitgaven in verband met de integratie van de werknemer.
De tewerkstelling van de oudste werknemers zal worden ondersteund door te focussen op diegenen die er het meest nood aan hebben. Deze stimulans voor tewerkstelling zal voortaan beschikbaar zijn voor de plus-61-jarigen van wie het brutoloon minder dan 8.000 euro per trimester bedraagt (momenteel 10.500 euro). Dit is een manier om deze tewerkstellingssteun beter aan te passen aan de Brusselse realiteit.