Meer concreet voorziet de nieuwe regeling voor het Brusselse successie- en schenkingsrecht in volgende maatregelen: de toepassing, onder bepaalde voorwaarden, van de laagste tarieven in het successierecht voor feitelijk samenwonenden. Zo worden personen niet benadeeld die aan het einde van hun leven samenleven zonder officiële erkenning van hun verbondenheid. Zij moeten dan wel minstens 1 jaar met de erflater hebben samengeleefd in een gemeenschappelijk huishouden (3 jaar om te kunnen genieten van het voordeeltarief op de gezinswoning).
Verder wordt een verlaagd tarief van 3% ingevoerd, de zogenaamde “vriendenerfenis”, op een eerste schijf van 15.000 euro voor de volledige nalatenschap voor personen die belast worden volgens de tarieven tussen broers en zussen, tussen ooms en tantes of neven en nichten en tussen alle andere personen die tevens specifiek vermeld worden in een testament.
Het gebeurt tegenwoordig geregeld, en Brussel is daar met de vele alleenstaanden op haar grondgebied geen uitzondering op, dat mensen hulp en ondersteuning krijgen omwille van ouderdom, gezondheidsproblemen, of het verlies van autonomie die ermee gepaard gaat. Vaak wensen ze dan, ongeacht of ze al dan niet een gezin hebben, de personen van wie ze deze hulp hebben gekregen en die niet tot de familie behoren, bij hun overlijden per testament te begunstigen zonder daarop hoge successierechten te moeten betalen. Ook dit wordt nu gefaciliteerd.
En ten slotte wordt niet langer vereist dat er bij een verwerping van de nalatenschap twee verschillende berekeningen worden uitgevoerd en vergeleken, waardoor de uiteindelijke erfgenamen meer successierechten dreigen te moeten betalen dan wanneer ze rechtstreeks van de erflater zouden hebben geërfd; hiermee wordt de overdracht aan de volgende generatie gefaciliteerd.
De door het Brussels Parlement goedgekeurde ordonnantie treedt in werking voor nalatenschappen die openvallen vanaf 1 januari 2024.