Regels voor goed bestuur in gemeenten verder geconsolideerd
Gepubliceerd op
Voorbeeldig gedrag
Verdere verbetering van transparantie en bestuur
Na het opleggen van een volledige decumul, het verminderen van het aantal schepenen en het verduidelijken van de situatie van gemeenteraadsleden met ziekteverlof, blijft het Brussels Gewest werken aan transparantie en modernisering van het lokale leven
3 leidende beginselen voor regels van goed bestuur en transparantie
- Er worden minimumregels vastgelegd voor de aanwerving en het statuut van het personeel van de kabinetten van burgemeesters en schepenen. Aan het begin van de legislatuur bepaalt de gemeenteraad of de burgemeester en schepenen recht hebben op personeel en zo ja, hun aantal en bezoldigingsregeling.
- De regels met betrekking tot het tuchtstatuut van de lokale mandatarissen worden verduidelijkt. Het begrip "grove nalatigheid" heeft aldus betrekking op handelingen die verband houden met de uitoefening van de functie. Het begrip "kennelijk wangedrag" heeft betrekking op ernstige feiten die verband houden met het privéleven. Kennelijk wangedrag kan niet gebaseerd zijn op beweringen, zonder bewijs of convergentie van talrijke getuigenissen, als het moet leiden tot een tuchtonderzoek en een sanctie. Een gerechtelijke veroordeling bij een definitieve uitspraak is een goede illustratie van het kennelijk karakter van de vermeende feiten.
- De gemeenteraad moet deontologische en ethische regels vastleggen, die ook van toepassing zijn op het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteraad kan ook een ethische commissie oprichten om toe te zien op deze regels.