Bijna 8.000 vrijstellingen toegekend om opleiding te volgen
Eenmaal ingeschreven bij Actiris moeten alle Brusselse werkzoekenden bewijzen dat ze actief zijn op de arbeidsmarkt en daadwerkelijk op zoek zijn naar een job (antwoorden op de oproepen van Actiris, sollicitatiebrieven versturen, etc.). Allemaal… behalve de werkzoekenden die over een vrijstelling van beschikbaarheid beschikken.
Een vrijstelling van beschikbaarheid biedt de mogelijkheid om een opleiding te volgen of te studeren zonder verlies van de werkloosheidsuitkering. De bedoeling daarvan? Werkzoekenden de kans geven bepaalde vaardigheden te verwerven en dus sneller een job te vinden.
Van 1 januari tot 31 december 2023 werden 7.854 vrijstellingen toegekend op een totaal van 9.570 ingediende verzoeken tot vrijstelling, wat overeenkomt met 82% positieve beslissingen.
Meer dan 85% van de toegekende vrijstellingen betreft opleidingen; de overige 15% heeft hoofdzakelijk betrekking op het hernemen van de studies en slechts enkele vrijstellingen worden verleend voor stages.
Tot slot merken we op dat het gemiddelde van de vergoede werkzoekenden die dus aanspraak kunnen maken op een vrijstelling, met 4% gedaald is in vergelijking met 2022.
Meer vrouwen, meer langdurig werkzoekenden
Van de rechthebbenden op een vrijstelling is 56% een vrouw, terwijl zij 45% van de werklozen vertegenwoordigen.
34% van de rechthebbenden is tussen 30 en 39 jaar oud; 25% is 40 tot 49 jaar oud.
Ten slotte maakt 85% van de rechthebbenden op vrijstellingen deel uit van de categorie mensen die langer dan een jaar werkzoekend zijn, van wie 62% langer dan 24 maanden.
“Deze resultaten tonen hoe belangrijk de maatregel is. Het heeft geen zin om een werkzoekende in de gaten te houden en te controleren tijdens zijn zoektocht naar werk als hij niet beschikt over de nodige vaardigheden om zich in te schakelen op de arbeidsmarkt. We moeten daarentegen zijn motivatie om werk te vinden kunnen beoordelen op basis van het opleidingstraject waarvoor hij ingeschreven is. Opleiding blijft de hefboom die gebruikt moet worden om een baan te vinden”, besluit Bernard Clerfayt.