BHDBDMH geschiedenis
De geschiedenis van de brandweer en spoedeisende medische diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHDBDMH)
- 1830-1913DIVERSITEIT VAN DE GEMEENTELIJKE KORPSEN
Tijdens de beginjaren van België kregen de gemeenten de verantwoordelijkheid om branden te bestrijden. Niet alle brandweerkorpsen zitten evenwel in hetzelfde schuitje. De uitrusting varieert naargelang het budget en het statuut verschilt: professioneel personeel, vrijwilligers, gemengd, afhankelijk van de ordehandhavingsinstanties...
- 1914-1930AFNAME VAN HET AANTAL KORPSEN
Na de Eerste Wereldoorlog ontbonden sommige Brusselse gemeenten om financiële redenen hun brandweerkorpsen. Ze sloten overeenkomsten met naburige gemeenten voor het leveren van hulpdiensten. Andere gemeenten fuseerden als gevolg van de uitbreiding van de haven en de verbreding van het kanaal. De brandweerkorpsen van de gemeenten Brussel, Laken, Haren en Neder-Over-Heembeek werden samengevoegd.
- 1931-1945EERSTE GEWESTELIJKE ORGANISATIE
Uit vrees voor een tweede wereldoorlog, voegde de Belgische regering een gewestelijk niveau toe voor de organisatie van de hulpverlening in geval van oorlog: de “gewestelijke groepen voor brandbestrijding" (GGB). Tijdens de oorlog, werden de negen gemeentelijke brandweerkorpsen in Brussel gegroepeerd in één GGB. De brandweer hield toezicht op de vrijwilligers van de "Passieve Luchtbescherming" (de voorloper van de Civiele Bescherming) die tijdens de bombardementen vele reddingsopdrachten uitvoerden. De GGB werd na de oorlog ontbonden.
- 1946-1972PROBLEMATISCHE HETEROGENITEIT
Na de oorlog bleven er slechts vijf gemeentelijke korpsen over: die van Brussel, Anderlecht, Molenbeek, Schaarbeek en Elsene. Zij bestreken de 19 Brusselse gemeenten en enkele gemeenten in de rand. De wil om samen te werken bestond, maar de uitrusting en de voertuigen bleven heterogeen. Op 22 mei 1967 kostte de brand in Innovation 251 mensen het leven. Deze tragische gebeurtenis toonde dit probleem op tragische wijze aan. De Belgische Staat zorgde toen voor de juridische middelen om de fusie van de gemeentelijke korpsen mogelijk te maken.
- 1973-1989BRUSSELSE AGGLOMERATIE
In 1973, werd een nieuwe bovengemeentelijke bestuurlijke entiteit opgericht: de Brusselse Agglomeratie. Deze kreeg de bevoegdheden inzake brandbestrijding en eerstehulpverlening. De vijf gemeentelijke brandweerkorpsen werden samengevoegd, wat leidde tot een ingrijpende reorganisatie op verschillende niveaus: administratief, operationeel, logistiek en technisch.
- 1990-2003BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
In het kader van de derde staatshervorming werden nieuwe regionale instellingen opgericht. De brandweer werd overgedragen van de Agglomeratie naar het Gewest en werd een instelling van openbaar nut onder toezicht van de gewestelijke regering. Ze kreeg de naam "Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp”. De naam veranderde, maar in de praktijk bleef de dienst dezelfde.
- 2004-2014HERVORMING VAN DE CIVIELE VEILIGHEID
Op 30 juli 2004 ontplofte een gaspijpleiding in Gellingen, in Henegouwen. Na de ramp werd het systeem van civiele veiligheid hervormd, onder meer om de werkmethoden te standaardiseren en de interventies beter te coördineren. De Belgische brandweerdiensten werden gegroepeerd in 34 zones. De Brusselse brandweer, die reeds als zone opereerde, werd slechts licht gewijzigd en kwam in 2014 bij het systeem. Het toepassingsgebied van de missies is hierdoor uitgebreid, met een meer proactieve benadering van risicovoorspelling en -preventie.
- 2015-2023EERSTE GEWESTELIJKE ORGANISATIE
De zesde staatshervorming gaf het Brussels Gewest meer autonomie, met name op het gebied van preventie en veiligheid. In maart 2016 werd België in rouw gedompeld door aanslagen. Dit onderstreepte het belang van een betere coördinatie tussen de veiligheidsactoren. In 2017, besliste de federale regering om vier van de zes kazernes van de Civiele Bescherming in België te sluiten, waardoor de mogelijkheid tot versterking bij een ramp werd beperkt. De Brusselse brandweer moet zich dus voorbereiden op nieuwe risico's, met name CBRN-e (chemisch, biologisch, radiologisch, nucleair en explosief).