Overslaan naar hoofdinhoud
Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Homepage

Plaatsbeschrijving

De huurder en de verhuurder zijn verplicht om in aanwezigheid van beide partijen een gedetailleerde plaatsbeschrijving op te maken. Deze moet verplicht opgemaakt worden, ofwel in de periode waarin de ruimtes nog niet bewoond worden, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning.

Intredende plaatsbeschrijving

Een plaatsbeschrijving is een verplicht document waarin de staat van het onroerend goed wordt beschreven. Dit moet gebeuren vóór de ingebruikname van de huurder of tijdens de eerste maand van de huurovereenkomst.

De plaatsbeschrijving wordt bij voorkeur opgesteld door een deskundige (de kosten worden door de partijen gedeeld) of gezamenlijk door de huurder en de verhuurder.

Indien er geen gevolg wordt gegeven aan het verzoek van de huurder of de verhuurder om deze plaatsbeschrijving op te maken, kan de andere partij de rechter vragen een expert aan te stellen om deze op te maken.

Na de eerste maand van bewoning kunnen de partijen niet langer verplicht worden om deze formaliteit te vervullen, aangezien de woning reeds bewoond is.

Wat gebeurt er als het gehuurde goed gewijzigd wordt na de plaatsbeschrijving?

Indien er tijdens de huurovereenkomst belangrijke wijzigingen worden aangebracht aan het gehuurde goed, kan elke partij eisen dat een aanhangsel wordt opgemaakt en dat er opnieuw een plaatsbeschrijving wordt opgesteld.

Net als de plaatsbeschrijving kan dit aanhangsel door de partijen in onderling overleg worden opgemaakt of, indien er geen overeenkomst kan bereikt worden, door een door de rechter aangeduide expert.

Wat gebeurt er op het einde van de huurovereenkomst?

De huurder moet het gehuurde goed teruggeven in de staat waarin hij het ontvangen heeft (met uitzondering van normale slijtage, veroudering, constructiefouten). Het is daarom aanbevolen dat de partijen aan het einde van de huurovereenkomst een plaatsbeschrijving opstellen, op dezelfde wijze als de plaatsbeschrijving aan het begin van de huurovereenkomst.

De plaatsbeschrijving bij afloop van de huurperiode bestaat uit een vergelijking tussen de staat van het goed aan het einde van de huurperiode en de staat beschreven in de plaatsbeschrijving aan het begin van de huurperiode.

Deze plaatsbeschrijving wordt opgemaakt na het vrijgeven van het goed door de huurder en vóór de teruggave van de sleutels aan de verhuurder, en uiterlijk een maand na de vrijgave van het pand door de huurder.

De plaatsbeschrijving aan het einde van de huurovereenkomst kan worden opgesteld door een deskundige (de kosten worden verdeeld tussen de partijen) of gezamenlijk door de huurder en de verhuurder.

Het stelt de schade of tekortkomingen vast die aan de huurder kunnen worden doorgerekend en berekent de financiële vergoeding, rekening houdend met de verdeling van de herstellingen die door de huurder of de verhuurder moeten worden betaald, maar ook:

  • de bepalingen en voorwaarden van de huurovereenkomst;
  • alle werkzaamheden die tijdens de bewoning worden uitgevoerd;
  • documenten voor het onderhoud van de uitrusting;
  • de uitgewisselde brieven.

Standaardmodel van plaatsbeschrijving

Een standaardmodel van plaatsbeschrijving met indicatieve waarde is beschikbaar. Dit standaardmodel heeft de vorm van een lijst met de punten die minstens moeten gecontroleerd worden om de begintoestand van een huurwoning vast te leggen. Dit model is opgesteld in samenwerking met vertegenwoordigers van huurders en verhuurders, en met behulp van de Koninklijke Maatschappij van Landmeters-experten van Onroerende goederen (UGEB-ULEB)

Opgelet: het gebruik van het standaardmodel beschermt de partijen niet tegen eventuele toekomstige juridische geschillen en al zeker niet als het slecht is ingevuld.

Wettelijke basis