Meyboom

Het planten van de Meyboom is een traditie die teruggaat tot het jaar 1213, toen Brussel een belangrijke overwinning behaalde op Leuven. Er zijn verschillende legendes waarover het dispuut toen ging, gaande van een verstoord trouwfeest tot een biertaks. Zeker is wel dat Leuven het onderspit delfde en dat de Brusselaars dit vierden met het planten van een vreugdeboom.

Als de boom niet voor 17 uur geplant is, gaat het privilege naar de Leuvenaars. Vandaar dat de Gardevils en de Buumdroegers er alles aan doen om de boom te beschermen tegen de Leuvenaars die op de loer liggen. Want in 1939 zijn de Leuvenaars effectief met de Meyboom aan de haal gegaan. Gelukkig vonden de Brusselaars op tijd een nieuwe Meyboom om hun eer te redden.

De stoet vindt jaarlijks plaats op 9 augustus, de vooravond van de naamdag van Sint-Laurens. De Buumdroegers (boomdragers) gaan ’s morgens de uitgekozen boom ophalen en brengen hem (via een paar bevriende staminees en onder bescherming van de Gardevils) naar de Zandstraat (bij het Belgisch StripcentrumExterne link).

Rond half twee vertrekt van daaruit de optocht: de Buumdroegers dragen de boom naar de Grote Markt onder begeleiding van de Gezellen van Sint-Laurentius, de fanfare, de Reuzen en hun Poepedroegers, de ruiters van het Rad van Fortuin en andere folkloristische groepen. Op de Grote Markt wordt de Meyboom voor het eerst aan het publiek en aan de notabelen van de stad voorgesteld.

Dan gaat de optocht terug naar het kruispunt van de Zandstraat met de Broekstraat, waar de boom dan voor 17 uur moet zijn geplant. Als dit lukt, dan wordt er gefeest tot in de vroege uurtjes.